Terug naar overzicht
Het lot van afspraken over vertraging als er niet wordt opgeleverd
16 juni 2025

Het Hof Amsterdam heeft in november 2024 twee belangrijke uitspraken gedaan over aanneming van werk. In beide zaken is de opdrachtgever niet tevreden met de prestatie van de aannemer en schakelt hij een derde in om het werk af te maken. De opdrachtgever claimt zijn schade van de aannemer en maakt daartoe achtereenvolgens gebruik van twee verschillende instrumenten, elk met verschillende gevolgen:
- vervangende schadevergoeding (eerste zaak, kickboxschool): contractuele vertragingsboete vervalt vanaf het moment van omzetting, daarna in beginsel géén mogelijkheid om vertragingsschade te claimen
- ontbinding (tweede zaak, cafetaria): volledige werkelijke schade kan worden geclaimd, ondanks exoneratie in het contract
In beide zaken oordeelt het hof zodoende dat bedingen over vertraagde oplevering hun werking verliezen; het verschil tussen 'te laat opleveren' en 'niet opleveren' blijkt juridisch relevant. Dit kan vergaande consequenties hebben voor de praktijk en partijen doen er goed aan daar al in hun contract op voor te sorteren.
Jan Hein Meerburg schreef deze annotaties bij de uitspraken.
Hof Amsterdam, 5 november 2024, ECLI, TBR 2025/74
Hof Amsterdam, 26 november 2024, ECLI, TBR 2025/75